Farmacotherapie – Nationaal beleid

De farmacotherapie van stabiele angina pectoris bestaat uit drie pijlers.

Voor instabiele angina pectoris: consult cardiologie.

Type behandelingFarmacotherapieDoseringBijzonderheden
Aanvalsbehandeling:

Doel: Het snel verlichten van symptomen.
Nitroglycerinespray 0,4 mg/dosis zo nodig (sublinguaal)Instructies voor de patiënt:
Neem rust op het moment van klachten en gebruik één spray/smelttablet. Herhaal indien nodig na 5 en 10 minuten. Als de klachten niet binnen 10 minuten afnemen, bel dan het alarmnummer 112.

Inname eerste dosis in zittende houding, vanwege kans op duizeligheid/flauwvallen door plotselinge tensiedaling door vasodilatatie; bij uitlokkende factoren kan preventief gebruik worden gemaakt van een isosorbidedinitraattablet, enkele minuten voor het verwachte aanvalsmoment.

Waarschuw de patiënt dat een PDE-5-remmer (sildenafil, tadalafil, avanafil) niet gelijktijdig gebruikt mag worden met nitraten (binnen 12-48 uur; duur afhankelijk van de PDE-5-remmer) wegens het risico op collaps (1).

De werking van isosorbidedinitraat houdt tot 2 uur aan, die van nitroglycerinespray 60 minuten.
Isosorbidedinitraat smelttablet 5 mg zo nodig (sublinguaal)
Onderhoudsbehandeling:

Doel: Het reduceren van ernst en aantal aanvallen.

Start bij meer dan twee aanvallen per week.

Stap 1 Monotherapie
Cardioselectieve bètablokker, bijv. metoprolol50-100 mg tablet mga 1dd1Streef naar een hartfrequentie van 50-60 slagen per minuut.
Combineer geen bètablokker en diltiazem vanwege risico op bradycardie, AV-blok en hartfalen.

Bij niet verdragen, contra-indicaties voor of bijwerkingen van een bètablokker en/of DHP:
- Overstappen op de andere optie (DHP of bètablokker)
- Een langwerkend nitraat (zie stap 2)
- Diltiazem 90-120 mg 2dd of 200-300 mg mga 1dd
Dihydropyridine-calciumantagonist (DHP), bijv. amlodipine5 mg tablet 1dd1
Stap 2 Combinatietherapie 2 middelen: indien klachten met 1 middel onvoldoende onder controle zijn:
Voeg de andere optie uit stap 1 toe (i.e. cardioselectieve bètablokker of DHP)
Bij contra-indicaties of bijwerkingen van een bètablokker/DHP OF bij gebruik van diltiazem, voeg een langwerkend nitraat toe, bijv:
- Isosorbidemononitraat 25-30 mg mga 1dd1, max 1dd 100-200mg
- Isosorbidedinitraat 20 mg mga 1dd1 (in de ochtend), max 1-2dd 80 mg (laatste gift uiterlijk om 16.00 uur)
Stap 3 Combinatietherapie 3 middelen:
Behandel met een bètablokker, DHP én langwerkend nitraat indien:
- De diagnose stabiele AP voldoende zeker is én de klachten niet onder controle zijn onder optimale dosering van twee middelen én
- Sprake is van therapietrouw én
- Samen met de patiënt is besloten dat medicamenteuze behandeling de voorkeur heeft boven verwijzing naar de cardioloog.
Secundaire preventie:

Doel: Het voorkomen van progressief vaatlijden en infarcering.

Ongeacht het aantal aanvallen per week / per maand.
Acetylsalicylzuur80 mg tablet 1dd1Zorg tevens voor optimalisatie van bloeddruk, cholesterol en glucose. Zie CVRM en DM
Bij contra-indicatie / allergie:
Clopidogrel
75 mg tablet 1dd1

(1) Vermijd gelijktijdig gebruik, houd een interval aan tussen het nitraat en de PDE-5 remmer
– Na nitraat: ten minste 24 uur
– Na sildenafil: ten minste 24 uur
– Na tadalafil: ten minste 48 uur
– Na avanafil: ten minste 12 uur
(2) Om tolerantie te voorkomen, is een nitraatvrije of nitraatarme periode van 8-12 uur nodig. Doseer een langwerkend nitraat altijd 1 maal daags.

Amsterdam UMC beleid

Er is geen lokaal beleid omtrent de behandeling van stabiele angina pectoris opgenomen in het lokale kwaliteitssysteem K2 van het Amsterdam UMC. Voor acuut coronair syndroom (ACS) behandeling wordt verwezen naar onderstaand protocol:

Zie voor aanvullende therapie ook de Farmacopedia monografie CVRM (cholesterol) en CVRM (hypertensie)

Achtergrond

Angina pectoris (AP) kenmerkt zich door pijn op de borst ten gevolge van myocardischemie. Bij typische AP bestaan de klachten uit (1) retrosternale klachten (beklemmend, drukkend, snoerend gevoel op de borst), (2) provocatie van klachten door inspanning, emoties of kou en (3) verdwijnen van klachten in rust of na toediening van een sublinguaal nitraat.

Bij aanwezigheid van 2 van de hiervoor genoemde kenmerken spreekt met van atypische AP. Wanneer de klachten ontstaan in rust, niet meer verdwijnen of erg snel progressief zijn dan zijn de klachten instabiel, een consult van de cardioloog is dan altijd geïndiceerd. Deze pagina is alleen van toepassing voor stabiele angina pectoris.

Totstandkoming

Alle pagina’s op Farmacopedia zijn gebaseerd op Amsterdam UMC locatie VUmc richtlijnen en/of nationale erkende richtlijnen en samengesteld door het Klinisch Farmacologisch Consultteam Amsterdam UMC, bestaande uit internisten, ziekenhuisapothekers, basisartsen, apothekers en klinisch farmacologen (i.o.). Het team heeft de inhoud van deze pagina op juistheid gecontroleerd. Alle pagina’s worden minimaal iedere zes maanden onderworpen aan een actualiteitscontrole. 

Pagina gemaakt op: 11-10-2018
Laatste actualiteitscontrole: 10-06-2022

Onjuistheden of onduidelijkheden gevonden op deze pagina? Laat het ons direct weten.

Leave a Reply