Farmacotherapie
Type behandeling | Farmacotherapie |
---|---|
Aanvalsbehandeling Het is niet mogelijk een voorkeur uit te spreken voor NSAID, colchicine of glucocorticoïden bij de behandeling van de acute jichtaanval. De keuze hangt vooral af van contra-indicaties van het middel en comorbiditeit en comedicatie van de patiënt. | Prednisolon 30 mg 1dd gedurende 5 dagen (evt. verlengen tot 10 dagen bij verbetering maar onvoldoende herstel) OF NSAID Bijvoorbeeld Naproxen 250-500 mg 2dd OF Colchicine¹ 0,5 mg 2-3dd, max. 5 dagen Bij geen enkele verbetering na 3-5 dagen: overweeg een ander middel. Stop wanneer de klachten volledig verdwenen zijn. |
Urinezuurverlagende therapie² Indien: aanvalsfrequentie ≥ 2/jaar of tofeuze jicht of urolithiasis (mits de diagnose voldoende zeker is).³ Indien bovenstaande niet van toepassing is: overweeg behandeling met allopurinol bij patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten op basis van traditionele risicofactoren. | Allopurinol 100 mg 1dd (50 mg 1dd bij eGFR <30 ml/min/1,73m²); max 900 mg/dag. Bepaal urinezuur en nierfunctie voorafgaand aan start behandeling; bepaal tevens urinezuur voorafgaand aan het ophogen van de dosering. Verhoog in stappen van 100 mg elke 2-5 weken tot het serumurinezuur ≤ 0,35 mmol/l is. Doseringen van >300 mg/dag verdelen over 2 giften. Bij ernstige nierfunctiestoornis (eGFR 10-30 ml/min/1,73m²): consulteer nefroloog over eventuele ophoging dosering >300 mg/dag. Staak de therapie bij huidreacties Bij onvoldoende effect of bijwerkingen: Benzbromaron en Febuxostat (bij voorkeur via Reumatoloog). |
CVRM | Omdat een jichtartritis vaak samen gaat met een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen, is het belangrijk om een risicoprofiel op te stellen. Zie hiervoor de NHG-standaard Cardiovasculair risicomanagement. |
¹ Colchicine is een substraat voor CYP3A4 (remmer) en P-gp. In combinatie met met andere CYP3A4-substraten kan dit zorgen voor klinisch relevante interacties zoals in het geval van diltiazem en verapamil (toename toxiciteit door spiegelstijging); ciclosporine (spiertoxiciteit); statines (verhoogd risico op myopathieën) en agranulocytose en aplastische anemie.
² Kan gestart worden terwijl artritis nog aanwezig is; Geef bij voorkeur zes maanden profylaxe met colchicine bij het starten van urinezuurverlagende therapie.
³ De diagnose jichtartritis is voldoende zeker indien er urinezuurkristallen in de gewrichtsvloeistof zijn aangetoond (gouden standaard) of bij een score van ≥8 volgens de diagnostische beslisregel (Artritis | NHG-Richtlijnen) én een verhoogd urinezuurgehalte.