Farmacotherapie – Nationaal beleid
Start tromboseprofylaxe met anticoagulantia bij opgenomen niet-chirurgische patiënten met een hoog tromboserisico. De Padua prediction score (zie tabel 1) is een model dat gebruikt kan worden voor de inschatting van het risico op VTE (veneuze trombo-embolie) bij opgenomen niet-chirurgische patiënten:
- <4 punten: laag trombose risico
- ≥4 punten: hoog trombose risico; start tromboseprofylaxe
Geneesmiddelkeuze:
- LMWH (low-molecular-weight-heparin), bijvoorbeeld nadroparine 1dd 2850 IE (= 0,3 ml Fraxiparine®) subcutaan
- Fondaparinux (indien bv. allergie of HIT), 1 dd 2,5 mg (= 0,5 ml Arixtra®) diep subcutaan
NB:
- Geef geen verlengde profylaxe (langer dan duur immobilisatie of opname).
- Overweeg géén tromboseprofylaxe te geven bij patiënten met een contra-indicatie voor medicamenteuze tromboseprofylaxe, zoals een bloeding of de aanwezigheid van meerdere risicofactoren voor bloeding (ga naar tabel bloedingsrisico).
- Geef profylaxe voor de duur van de opname
- Geef geen tromboseprofylaxe indien de patiënt reeds behandeld wordt met anticoagulantia (DOAC, VKA, LMWH). NB: bij gebruik van alleen trombocytenaggregatieremmers (acetylsalicylzuur, carbasalaatcalcium, clopidogrel, prasugrel, ticagrelor) is tromboseprofylaxe wel geïndiceerd.